Troublemakers noemden ze zichzelf, de kunstenaars die hun ateliers in New York verlieten om aan het werk te gaan in het lege landschap in het westen van de Verenigde Staten. De eerste land art ontstond: enorme kerven in de grond, cirkels van zandruggen in het water.
"My new paintbrush is a Caterpillar", zei ooit de New Yorkse kunstenaar Walter De Maria. Daarmee doelde hij niet op het diertje, maar op een bulldozer met rupsbanden. De Maria was een vertegenwoordiger van een opmerkelijke kunststroming die eind jaren 60 kwam opzetten: de Land Art. Niet alleen hij, maar ook Robert Smithson en Michael Heizer wilden zich in hun creativiteit niet langer beperken tot het onbeschilderde canvas of het onbewerkte stuk steen – zij hadden meer ruimte, meer materiaal nodig.
De Maria, Smithson en Heizer deden de wereld versteld staan. Voor het eerst toont een film een uitgebreid overzicht van die eerste jaren van experimenteren in een fascinerend landschap. Landschapsarchitectuur met een ongekende dimensie.
